top of page

HENK VISCH

Come and see before it ends

25 January - 10 March, 2007

‘Guantanamera’ is the title of a piece consisting of 19 gold colored circles, connected as a clinking chain. There is still no image because the chains have to be balanced to form an image. At every presentation a different form, a different image is realized. ‘Guantanamera’ is also the title of a worn-out song, in which the beautiful Guajira is staged as the dancing pivot. Guantanamera….Guajira Guantanamera ….. Who doesn’t remember this song?
The song started in 1890 as a poem by José Marti, one of the revolutionaries of Cuba, rebelling against the Spanish rule. His poems are clear and sharp. The later song of the middle 30s is composed on the rhythm on which laughing girls with blinking jewels on their wrists, hair in the wind, walk, dance and sing the streets of Guantanamo. “Yo soy un hombre sincero”. I am an honest person, is the first sentence. Yes indeed. It goes on, ‘I am an honest person from the country with the palm trees. Before I die I want to share the verses of my soul. My verses are light green but also firing red.’ José Marti, died in 1895, only 42 years old by a Spanish bullet.
The rhythm is tender and compelling and begins with about three guitar chords, C-F and G. Then the voice joins in ‘Yo soy un hombre sincero’ and we become involved in a slow, swinging song of an honest man. In the chorus the name of the girl is repeated frequently: Guajira Guantanamera, Guajira of Guantanamo. The guajira is also the Cuban dance music which the Spanish imported from the Canary Islands. (José Marti’s mother was born on the Canaries.) The consecutive freedom movements on the island, made the guajira the music of resistance and rebellion. During the Cuba crisis (1962) the American Pete Seegers made Guantanamera a protest song for the Civil Rights Movement. After the unilateral refusal by John Kennedy of the termination of the lease of a plot of land around Guantanamo- which the USA leases unilaterally from Cuba since 1903 for 2000 dollars annually- the song of dancing girls, poetry and oppression has become obsolete. Now it has become Gitmo, the jail where the USA plays its own freedom game and where it is unpleasantly quiet.
One moment an image of a girl was created, an image which has never been forgotten. A girl, Guajira Guantanamera, an island, colors, a poem ending up in dance music, the poet writing what he knows and wants to share so it can be carried on. The image is not untouchable, but only exists temporarily when memories can be linked to a wish. I know the euphoria of the fullness of the image and my titles mark these moments: ’Ik was een hond’, ‘Come closer’, ‘I am a woman’, ‘Come and see before it ends’.. ’Guantanamera’.
I also know the distance to the image which has gone and the loneliness which accompanies the farewell. The image holds still, ’Too late for the grave’.
henk visch, Eindhoven 12-01-2007



 
‘Guantanamera’ is de titel van een werk dat uit 19 goudkleurige cirkels bestaat, die als een rinkelende ketting met elkaar verbonden zijn. Er is nog geen beeld, want de cirkels moeten in evenwicht worden gebracht om een beeld te vormen. Bij elke presentatie ontstaat zo een andere vorm, een ander beeld. ‘Guantanamera’ is ook de titel van een versleten Cubaans lied, waarin de schone Guajira wordt opgevoerd als dansend middelpunt. Guantanamera...Guajira Gantanamera...wie kent het niet?
Het lied begon in 1890 als een gedicht van José Marti, één van de eerste revolutionairen van Cuba, die zich verzet heeft tegen de Spaanse overheersing. Zijn gedichten zijn helder en scherp. De latere song uit de beginjaren 30 is gemaakt op het ritme waarmee meisjes met  sieraden blinkend aan hun polzen, haren in de wind, lachend door de straten van Guantanamo lopen en dansen en zingen. “Yo soy un hombre sincero”. Ik ben een eerlijk mens, is de eerste zin. Jazeker. Het gaat verder,
‘Ik ben een eerlijk mens uit het land van de palmbomen. Voor ik sterf wil ik de verzen van mijn ziel delen. Mijn verzen zijn licht groen, maar ook vlammend rood.’
José Marti, stierf in 1895, slechts 42 jaar oud door een Spaanse kogel.
Het ritme is teder en meeslepend en zet in met een drietal gitaarakkoorden, C- F en G. Dan valt de  stem in “Yo soy un hombre sincero” en we worden deel van een traag swingend lied van een eerlijke man.  In het refrein wordt telkens de naam van het meisje herhaald: Guajira Guantanamera, Guajira van Guantanamo. De guajira is ook de Cubaanse dansmuziek die door Spanjaarden van de Canarische eilanden meegenomen werd. (De moeder van José Marti was geboren op de Canarische eilanden.) De opeenvolgende bevrijdingsbewegingen die het eiland gekend heeft, maakten de guajira tot de muziek van verzet en rebellie. De Amerikaan Pete Seegers maakte van Guantanamera een protestsong van de Civil Rights Movement ten tijde van de Cuba crisis (1962). Nadat John Kennedy de eenzijdige opzegging door Castro van het huurcontract van het stuk land rond Guantanamo, weigerde -dat Amerika nu eenzijdig vanaf 1903 voor 2000 dollar per jaar van Cuba huurt- is het lied van dansende meisjes, poezie en verzet obsoleet geworden. Nu is het Gitmo geworden, de gevangenis waar Amerika haar eigen vrijheidsspel speelt en waar het onaangenaam stil is.
Er is een moment geweest dat er een beeld ontstond, een beeld dat niet meer vergeten werd. Een meisje, Guajira Guantanamera, een eiland, kleuren, een gedicht dat terecht komt in dansmuziek de dichter die opschrijft wat hij weet en dit delen wil, opdat het verder gedragen wordt. Het beeld is niet ongrijpbaar, maar bestaat maar even op het moment dat het lukt herinneringen te koppelen aan een wens. Ik ken de euforie over de volheid van het beeld en mijn titels markeren die momenten: “Ik was een hond”,  “Come closer”,” I was a woman” , “Come and see before it ends” ..”Guantanamera”. Ik ken ook de afstand tot het beeld dat er niet meer is en de eenzaamheid die bij het afscheid hoort. Het beeld staat stil, “ Too late for the grave”.
henk visch, Eindhoven 12-01-2007

 

bottom of page